Een paar weken terug hebben we onze leilinden gesnoeid. De lange uitgegroeide takken eraf. Een kaal frame van hout waar je recht doorheen keek. Het speet me wel. Die mooie groene afscheiding ineens weg. Tot onze stomme verbazing zag je in no time nieuwe scheuten opkomen. Nog even en de takken zijn weer geheel bedekt met fris jong blad. Als herboren.
Snoeien. We houden er niet van. We willen geen afscheid nemen van het bekende en zijn bang voor het onbekende. We houden niet van confrontatie en willen anderen geen zeer doen. We vermijden het snoeiproces. En toch, we kunnen er niet omheen. Het goede kan pas groeien als het verkeerde is verwijderd.
Snoeien is tot behoud van bomen en planten. Zieke delen worden weggehaald. Dode elementen belemmeren niet langer. Gevaar van schimmels en beschadigingen neemt af. Snoeien schept ruimte, licht en lucht. Zo kunnen de meest kansrijke bloemen en planten tot volle ontwikkeling komen. Snoeien is gezond (in Henry Cloud, Necessary endings).
… hebben we de guts om het oude weg te snoeien en een ander arbeidsethos aan te gaan?
In ons onderwijs bevinden we ons op een keerpunt, een kantelmoment. Welke weg slaan we in? Gaan we door op de bekende weg van ‘doen wat er gevraagd wordt’, met het gevaar fouten te herhalen die groei tegenhouden? Of hebben we de guts om het oude weg te snoeien en een ander arbeidsethos aan te gaan?
Een nieuw ethos vanuit een gezamenlijk doorleefde missie. Een ethos van samen verantwoordelijk zijn, samen leren, kritisch ondersteunen en verbeteren. Van zelfbewuste, open proactiviteit. Van een betekenisvolle wisselwerking tussen persoonlijk- en gemeenschappelijk welzijn. Een ethos met langetermijneffecten.
Snoeien moet, het kan niet anders. Kijkend naar mijn leilinden, weet ik zeker dat we stomverbaasd zijn over de frisgroene levendigheid van ons herboren onderwijssysteem. Laten we nu beginnen!
[mc4wp_form id=”841″]